Essay 21
Hoe je er ook aan toe bent, het kijken naar de maan lucht altijd op. ‘Niets fascinerenders dan de maan’, zegt de een, terwijl een ander juist de ochtenddauw aangrijpend vindt – een debat dat ik wel aardig vind. Afhankelijk van de omstandigheden kan toch zeker alles je vertederen! Het effect van bloesems en van de maan is genoegzaam bekend, maar juist de wind kan ons hart in beroering brengen. En de aanblik van een heldere stroom die tegen de rotsen slaat is altijd schitterend, ongeacht het seizoen.
Bij het lezen van de regels ‘De Yuang en de Xiang stromen dag en nacht oostwaarts / en houden zelfs niet even halt voor de treurende’ werd ik tot in het diepst van mijn ziel geroerd. Xi Kang zegt dan weer: ‘Ik ga me vermeien in de bergen en aan de waterkant / en haal mijn hart op aan het zien van vogels en vissen’. Geen betere balsem dan het zwerven door een omgeving met helder water en ongerept groen, ver van het menselijk gewoel.